2008 Bordeaux 295^e    4424 duiven

2009 Bordeaux 187^e   5183 duiven

2010 Bordeaux 68^e     3987 duiven

2011 Bordeaux 237^e   4504 duiven

2012 Bordeaux 286^e   4447 duiven

Afgelopen seizoen was de ‘75’ op Bordeaux de 3^e duif met 3 mee! De twee andere vliegers scoorden de nationale prijzen 143 en 181 en de duiven werden om 19.13, 19.20 en 19.38 uur geklokt. Hetzelfde trio ging daarna naar Narbonne en met de prijzen 235, 644 en 784 tegen 4303 duiven werd wederom 100 procent prijs gevlogen. De ‘75’ was de 2^e duif en op Narbonne heeft hij ook in 2010 en 2009 prijs gevlogen en met die drie prijzen is hij 11^e asduif op Narbonne over 4 jaar geworden. Een hokgenoot en wel de NL06-1330124 heeft op Bordeaux en Narbonne ook een prachtige palmares met 4 prijzen op beide vluchten de laatste 5 jaar. Alleen in 2011 was hij op de twee vluchten niet succesvol daar hij in het begin van dat seizoen van Reims achterbleef. Later werd hij vanuit het Duitse Kamp Lintfort opgegeven dat niet zo heel ver van Mari Hoop over de grens ligt. De liefhebber had wat in de duif gezien en het opgeven van een buitenlandse duif nam enige tijd in beslag. Na terugkomst is de ‘124’ in 2011 niet meer gespeeld. De ‘124’ is met zijn vier prijzen op beide vluchten 6e asduif Narbonne en 11e asduif Bordeaux over telkens 5 jaar geworden. De ‘75’ vloog op Limoges ook knappe prijzen: 257^e van 2701 duiven in 2008, 292^e van 2814 duiven in 2009, 32^e van 3500 duiven in 2010 en 390^e van 3531 duiven in 2011. Afgelopen seizoen kwam de vlucht terug naar Bourges en daarvan miste de ‘75’ juist provinciaal maar had hij regionaal nog wel prijs. De ‘75’ en ‘124’ zijn volle broers. Hun moeder is een duivin van 1999 die op de totale verkoping van Jacques Visschers uit Beek in 2000 werd aangekocht. Zoon John van Heel kocht twee jaarlingen op die verkoping aan om de fondstam te versterken en het betrof broer en zus. Hun vader vloog in ’99 de 190^e Barcelona en 221^e Perpignan nationaal en de vader van hem was een broer van de moeder van de 1^e nat. Marseille gekoppeld aan de duivin die bij Dré Toebosch als jaarling kop vloog van Marseille in 1988. De vader van de ‘75’ is een doffer van 2002 die van Frans Wackers uit Susteren kon worden geleend en dan praten we over het Theelensoort. De vale doffer van Visschers werd gekoppeld op een volle zus van de vader van de ‘75’ en ‘124’ van ook Frans Wackers. En uit een zoon van het laatste koppel en een zus van de ‘75’ en ‘124’ stamt de ‘22’ van 2006 die jaren top op de middaglossingen is geweest. De Visschersduivin legde na 2006 al snel geen goede eieren meer. De 69-jarige Martien van Heel zit al zo’n halve eeuw in de duivensport. Hij behoorde tot de groep die in 1965 de huidige club p.v. Beatrix oprichtte en van de club is hij intussen dus 47 jaar lid. Plaatselijk was er al eerder een vereniging waarvan de oudere

broers van Heel lid waren maar die ging snel weer ter ziele. De thans 38-jarige zoon John is op het ouderlijke erf in 1989 zelfstandig gaan meespelen. Vader schakelde over op de grote fond terwijl de zoon de programmavluchten trouw bleef. In 2002 kocht John van Heel met zijn vrouw een eigen woning in Maria Hoop en vanaf 2003 is hij daar gaan meespelen. En in 2012 kende John met 16 weduwnaars een fantastisch seizoen terwijl ook met de jonge duiven geweldig werd gepresteerd. In de weduwnaarsploeg had hij één doffer voor de grote fond en die korfde hij op Barcelona waarvan hij miste. Daarna werd hij als enige duif op Dax gekorfd en vloog de 125^e prijs provinciaal tegen 2648 duiven en daarmee zat hij ruim zijn vader voor.

 

 

Martien van Heel speelt puur met weduwnaars en afgelopen seizoen begon hij met 28 meerjarige doffers en 24 jaarlingen. De eerste groep zit op drie afdelingen en de tweede groep heeft twee afdelingen tot de beschikking. Martien speelt alle vluchten op de grote fond en naast de ZLU-vluchten zijn dat ook alle grote-fondvluchten van het programma van de eigen afdeling. Op de speciale morgenlossingen van de eigen afdeling speelt hij de laatste jaren zijn jaarlingen terwijl die voorheen als jaarling niet naar de grote fond gingen. Omdat hij alle vluchten speelt kan hij naar elke vlucht maar met een klein groepje gaan. Voor de middaglossingen heeft hij een ploeg rode weduwnaars en de ‘121’ en ‘168’ van de 2007 zijn bepaald uitblinkers op deze discipline. St. Vincent 2012 was een tegenvallende vlucht met één late prijsduif met 6 mee. Zoon John maakte na de vlucht stiekem een afspraak bij dierenarts Boskamp en na controle bleken de duiven last van het geel en hun luchtwegen te hebben. En na daartegen behandeld te zijn scoorden de ‘121’en ‘168’ op Tarbes de prijzen 22 en 35 tegen 2143 duiven en ze werden om 5..36 en 5.53 uur geklokt. Op Perpignan werd aan prijs 63 in 2012 een vroege prijs gepakt en deze doffer is van het Poldersoort via Jan v.d. Zanden uit Scherpenisse. Op de morgenlossingen Bergerac en Cahors kwamen twee jaarlingen telkens voorop en de ‘591’ scoorde de 196^e Bergerac (3635 d.) en 188^e Cahors (3062 d.). En hij is afkomstig van Martin Ravelingen uit het Belgische Anzegem-Tiegem alwaar Martien in 2011 versterking haalde in de vorm van twaalf eieren. In 2002 werd door Martien van Heel een groot fondsucces gescoord met de 1^e nationaal Mont de Marsan in de sector zuid. Een weduwduivin vloog bijna twee uur los en was de snelste duif van drie sectoren. De tweede duif op die vlucht was een donkere doffer van 1999 die in 2006 tot beste duif van Nederland over 5 jaar met 14 prijzen in de Nationale Fondspiegel werd gekroond. De nationale winnares en de ‘Kleine Zwarte’ werden gekweekt uit duiven van Albert Beunen uit Ohé en Laak. De ouders van de nationale winnares werden op de totale verkoping van Albert Beunen in 1997 aangekocht en de vier grootouders van de ‘Kleine Zwarte’ werden in 1993 als ei in Ohé en Laak gehaald. De vliegers werden begin maart gekoppeld en mochten overbroeden. Na een scheiding werden ze herkoppeld en

na een paar dagen broeden kwamen ze een goede twee weken voor St. Vincent op weduwschap te zitten.