.
Het Nationale Marathon van de ZLU, welk al meer dan 50 jaar bestaat, werd in 2022 vervlogen over de wedvluchten Agen (oude duiven), Barcelona, Marseille en
Narbonne. En dit kampioenschap werd in dit toch al zware seizoen gewonnen door een liefhebber welke met de kleine mand de strijd aanging, n.l. Wiel Schaefer uit
Roermond. Hij wist voldoende punten met zijn 1
ste of 2
de getekende duif te behalen om in het ZLU Marathon Kampioenschap op het
hoogste schavot te eindigen. Cor de Heijde uit Made was goed voor het zilver en H. Timmers uit Oostvoorne was goed voor brons. Wiel Schaefer wist naast het
winnen van het marathon kampioenschap ook 2
de te worden in het ZLU Marathon Kampioenschap 8 getekenden. Hier werd Martha van Geel uit Nieuw
Vossemeer winnares en Gerard Griffioen uit Zevenhoven derde. Ook stond Wiel nog als 7
de Kampioen Euregio (1
ste en
2
de getekende) en 5
de Euregio Award 1
ste getekende. Bij de fondvrienden Brabant-Limburg werd het 1
ste
Kampioenschap morgenlossing gewonnen.
Gewis een prima prestatie voor deze Pursang “Fondliefhebber van de “kleine mand". Twee duiven welke een groot aandeel hadden in het winnen
van het Marathon Kampioenschap waren de “Blauwe Marathon" met ringno Nl19 1088431. Hij won op Barcelona de 52
e
(2
de get. tegen 4842 d) en op Narbonne de 252
ste (2
de get. tegen 6260 d). En de “454" met ringno Nl19-
1088454. Deze won op Agen prijs 238
e (1
ste get. tegen 6019 d) en de 273
ste op Marseille (1
ste get. tegen
3338 d). Een deel van het overzicht van de behaalde prestaties 2022 op de ZLU en de afdeling marathon vluchten.
.
.
Wiel Schaefer als liefhebber
Weil, thans 76 jaar, woont samen met zijn echtgenote Corry in de wijk Maasniel in de gemeente Roermond. Achter hun tuin is een park met grote vijvers en er heerst
een vredige rust en het is er fijn vertoeven. Op zijn werk had hij een collega met de naam Jan Lamers eveneens uit Roermand. Jan was jarenlang een der grote
kampioenen van het Limburgse duivenland. Jan vertelde dan op zijn werk honderduit over zijn hobby. Dit wekte ook de interesse van Wiel. Hij ging er wel vaker naar
de aankomsten van de duiven kijken. Een tijdje later vond Wiel een duiven compagnon in Harrie Snijders en speelde een aantal jaren met hem samen. Samen
wonnen ze nog een 6de Nat. St. Vincent. Doch door een familiegebeuren zette hij de duivensport op een zijspoor en hield zich 20 jaar bezig met het
africhten van Mechelse herders geschikt als speurhond voor de politie. Van pup af tot drie jaar oud werden deze dan afgericht en hij kreeg zelfs vragen voor
afgerichte herders vanuit de USA. Met Jan Lamers bleef hij contact houden en tijdens een carnavalsfeest raadde Jan hem om toch weer met duiven te beginnen. En
zo geschiedde. In 1998 bouwde hij een hok aan de Heidesteeg in Roermond en vertrok al meteen goed met een 1ste Prov. Troyes. In 2001 verhuisde
hij naar zijn huidige adres aan de Gebroeklaan in de wijk Maasniel in Roermond. Er verrees een hok van ca. 12 meter in de tuin en enkele kleinere verblijven/rennen
voor de weduwduivinnen en kweekduiven. Het snelle werk was niets voor Wiel en besloot hij om het rustiger aan te doen en zijn vizier te richten op de
marathonvluchten en vooral op de morgenlossingen van de ZLU en afdeling Limburg.
.
.
De basis van het marathonhok.
Met zijn nieuwe start kwamen de eerste fondduiven van Harrie en Roger Wijnands uit Maastricht, Jan Corstjens uit Thorn, Jan Theelen uit Buggenum, Ko van
Dommelen uit St. Philipsland en Harrie Winkens uit Itteren. De eerste stappen waren gezet en al snel wist men wie Wiel Schaefer was. Deze duiven zijn nog terug te
vinden in de huidige basis. De kern van het huidige hok wordt gevorm door een doffer van 2014 met de naam “Opa". Hij werd als jong aangekocht op
de verkoop van Jan Tunnesen uit het Limburgse Lomm. En dit voor amper 50 euro. Vader is de “Doorvlieger 37" een puike vliegduif van Jan Tunnesen
(Theelen-Muijsers-v. Wanroy). Moeder is de “78 duivin" (Aarden -Tournier) van Jan Tunnesen. Uiteindelijk werd “Opa" bij Wiel een
topkweker. Enkele jaren geleden kwam een buurman hem vertellen dat er een postduif bij hem in de hof zat. “Of het een van Wiel was"?. Het was een
duivin welke er slecht aan toe was. Ze had een naamstempel in de vleugel. Wiel verzorgde de duif enkele dagen en belde toen de liefhebber op. Deze duif bleek een
hele beste fondduif te zijn van de thans 87-jarige Jean Stevens uit Ruisbroek-Puurs in België. Deze liet ze enkele dagen later door zijn dochter en schoonzoon
ophalen. Als dank voor het aanmelden kreeg Wiel een laat jong, een donkere witpen met ringno B18-6162350. Haar vader is de “524" van ‘07,
“Flipke" ofwel “Fluppeken" genaamd. Deze werd o.a. 2de Asduif Nationaal Barcelona over de jaren 2012 tot 2015 bij Jean
Stevens. Het is een ingeteelde kleinzoon van de “Kromme" van ‘91, welke de 1ste Int. Dax won in ‘94 en de
“Montauban" 2de Nat. Montauban in ‘94. Haar moeder is ingeteeld naar de “Roger Barcelona" met 1ste
Nat. en 2de Int. Barcelona in 2006 van de gebroeders Michel en Didier Desbuquois uit Kapelle op den Bos in België. “Opa" x de
“Donkere Witpen 350" blijken inmiddels een topkweekkoppel te zijn bij Wiel. Kinderen en kleinkinderen doen het puik op de marathon vluchten. Wiel is
Jean Stevens heel dankbaar voor deze geweldige duivin. Regelmatig gaat Wiel er met Corry op bezoek. Toen Wiel dit jaar naar Jean Stevens belde om het resultaat
van zijn “431" op Barcelona (52e Nat.) te laten weten, kreeg hij meteen een uitnodiging om nog een zuster en een halfzuster van de
moeder, de “Donkere Witpen “350", te komen halen. Zeker niet voor dove mansoren. Ook zit er nog een goede duivin van Hurk en Zn uit
IJsselstein, een halfzus van de 1ste Nat. Bergerac Nrd. en 1ste Narbonne (Marathon Nrd) Ook van zijn vriend Leo Thielen uit Roermond
zit er iets goeds. Soort van de Gebr. Bas uit Dordrecht. Deze gaven gekoppeld aan “Opa" ook al goede vlieg- en kweekduiven. Sommige afstammelingen
uit “Opa" laten al heel snel zien wat ze in hun mars hebben. Zo mande Wiel op Marseille een laat jong van 2021 in welke nog op 5 nestpennen stond. Hij
won de 157e Nat. tegen 3338 d.
Accommodatie in de fraaie tuin
In de fraaie tuin staat een tuinhok van ca. 12 m welke is verdeeld in vijf afdelingen waar de weduwnaars zijn ondergebracht. Per afdeling zijn er maar tussen 6 en 8
weduwnaars gehuisvest. Verder een afdeling voor de jonge duiven, voorzien van een rennetje. Hier zitten ca. 50 jonge duiven. Dan een open ren aan het einde van
de tuin, aan de zijkant van het tuinhok, voor de weduwduivinnen. Verder nog een klein hokje voor de zes kweekparen. Hier heeft hij een klein gedeelte afgemaakt
voor zijn topkweekpaar om vreemd bevruchting te voorkomen. De afdelingen zijn voorzien van houten vloerroosters en onder de woonbakken loopt een pijp met
gaten om er via een ventilatiesysteem verse lucht in te blazen. In de winter staan de schuiven in het plafond ca. 30 cm open terwijl in het vliegseizoen deze opening
is gereduceerd tot ca. 5 cm. De klapramen aan de voorzijde worden in het vliegseizoen voorzien van horren met windbreekgaas en de kleine rolluiken aan de
binnenzijde zijn dan dicht. De lucht kan er via de zijkanten in- en uitstromen. Op het hok is het dan enigszins schemerachtig en dit houdt de duiven kalm en het
bevalt prima.
.
.
De toppers van het seizoen
De “Blauwe Marathon 431" is een zoon van het voornoemde stamkoppel de “Opa" x De “Donkere Witpen
350" van Jean Stevens. Als jaarling en twee-jaarse enkel opgeleerd en speciaal behouden om als driejarige naar Barcelona te gaan. Op zijn marathon
doopprentje kwam te staan 52ste Nat. Barcelona (4842 d). Daarna ging hij nog naar Narbonne en won toen de 252ste Nat. (6260 d). Op
deze twee vluchten ging hij mee als tweede getekende. De “922" van ‘16 en is een zoon van de “Opa" met de
duivin van Leo Thielens uit Roermond (soort Gebr. Bras). Vloog o.a. 31ste Nat. Marseille (3338 d). Is vader van de “454" De
“454" is van ‘19 en stamt uit de “922" x de “021" duivin (van Dommelen x Wijnands) Won als jaarling al een
4de Nat Agen (5480 d) Dit jaar won hij op Agen ZLU (oud) prijs 238e (6019 d) en de 273ste op Marseille ZLU (3338 d)
Deze doffer had het vertrouwen van Wiel en ging op beide vluchten als eerst getekende de mand in. De “939" is van ‘16 en
stamt uit het soort van Harrie Winkens x Harrie en Roger Wijnands. Heeft op zijn palmares al een 83e Nat. Perpignan ‘21 (4873 d), 142e
Nat. Marseille ‘19 (2735 d) staan en dit jaar vloog hij een 657e Nat. Barcelona en de 949e Narbonne. De
“899" is van ‘20 en is een zoon van de “267" van ‘15. Deze vloog zelf al een 84e Nat. Barcelona
‘20 (4477 d) en in ‘20 en de 134e Nat Barcelona in ‘19 (4129 d). Hij voert het bloed van C. v.d. Velden duiven. Moeder is een
dochter van “Opa" x “Donkere Witpen 350" van Jean Stevens. De “899"won dit jaar de 6e Prov. Bergerac (2246
d) en de 25e Nat. Bergerac Sect. 1B (4897 d) en verder de 297e Prov. Dax (1545 d)
.
.
Op woensdag vooraf aan de dag van inmanden nog een lapvluchtje.
Wiel bezit 6 kweekkoppels en 40 vliegdoffers om de marathon vluchten te vliegen. Van deze 40 doffers zijn ca. 15 jaarlingen. Begin maart worden de kweek- en
vliegduiven gekoppeld. De eitjes van de kweekduiven worden bij de jaarlingen ondergelegd. Van de beste oude doffers kweekt Wiel ook nog graag een koppel
jongen. Als van deze beste doffers de eitjes ca. 6 dagen oud zijn legt hij deze bij de jaarlingen onder. De oude doffers broeden dan verder tot ca. 10 dagen en
worden de eitjes en duivinnen wegenomen en zitten de doffers los. Omstreeks 6 april worden de doffers weer gekoppeld en broeden dan nog eens 10 dagen en
zitten daarna op weduwschap. Twee keer per dag gaan de doffers los. In het vliegseizoen is dit om 6 uur in de ochtend en 19 uur in de avond. In het begin van het
jaar is het tijdstip van loslaten ‘s ochtends iets later. Ze trainen dan met gesloten klep. Mochten ze in het begin niet echt willen trainen, dan komt de vlag ook
soms van pas. Doch dit seizoen leekt deze niet nodig. Ze trainden van begin af al zeer goed. Voor het seizoen begint rijdt hij er drie keer mee tot ca. 35 km en als
verdere voorbereiding voor de marathon vluchten doen de jaarling doffers mee aan de programma vluchten tot 400 km. De oude doffers gaan mee op drie
midweekse vluchten en aansluitend nog enkele vluchten tot 400 km. Ze hebben dan zo‘n 1000 km in de vleugels. Zowel de oude als jaarling doffers doen
twee fondvluchten. In het verleden waagde Wiel wel eens te veel door ze soms vier fondvluchten te laten doen, doch dit leek alleen maar verliezen van goede duiven
op te leveren. Nu is hij hierin een stuk voorzichtiger geworden. Voor alle doffers maakt hij in de winterdag wel een schema op welke vlucht ze zullen worden ingezet.
Is de marathonvlucht in het vizier dan neemt Wiel de duiven welke hij gaat manden, op de woensdag van de week voor het inmanden, mee voor een lapvluchtje van
ca. 30 km. Soms zijn het er maar een tweetal. De thuisblijvende doffers trainen dan gewoon aan huis. De gelapte duiven komen dan thuis tussen de trainende duiven
terrecht en trainen dan mee. Ze krijgen dus geen duivin en zijn dan ook niet geprikkeld als zou het een vlucht zijn geweest waarbij ze een duivin zouden krijgen. Ze
blijven dan rustig. Op de inkorfdag, veelal op maandag, gaan de doffers van de afdeling(en) waarvan doffers worden ingemand tegen het middaguur in een mand en
worden in de schuur geplaatst. De in te zetten doffers krijgen rond 14 uur dan hun schotel en duivin tot Wiel ze gaat inkorven. Ze zitten dan soms een halve dag
samen. De duivinnen van de in te korven doffers werden eerder al in aparte hokjes in de schuur gezet om ze feller te maken bij het tonen. Ook wil Wiel wel eens een
nestduivin inkorven. Deze zit dan op een nestje tussen de jonge duiven. Zo ook een kleindochter van “Opa", de “873" van ‘20, welke
meeging naar Bergerac/Libourne (1519 d) van de afdeling. Ze arriveerde ‘s avonds om 21.53 uur en won de 20ste Prov. en 34e
Nat. Sect. 1B (3131 d). Er kwamen die avond slecht 29 duiven thuis.
Jonge duiven alleen zelf opleren
Uit de kweekduiven en beste oude vliegduiven kweek Wiel jaarlijks een 50-tal jonge duiven. Deze hebben één afdeling met ren, op het tuinhok ter
beschikking. De jonge duiven zien in hun geboortejaar geen verzendmand van de vereniging. Hij gaat er zelf mee een zestal keer mee op pad tot ca. 45 km. Dit belet
hen niet om als jaarling, na een opleiding tot 400 km, al te laten zien wat ze in hun mars hebben. Ze trainen éénmaal daags en mogen vanaf 14 uur
enkele uurtjes buiten. Als voer krijgen ze de ruimengeling van Paloma.
Voorbereiding op een marathonvlucht
In de rui- en winterperiode voert Wiel een ruimengeling van de fa. Paloma. In de kweekperiode de Duo Kweekmengeling van Paloma. In het vliegseizoen mixt hij drie
mengelingen in gelijke delen samen. Dit zijn de Variomax van Mariman, Sport van Paloma en rui van Paloma. Hiervan krijgen de weduwnaars elke voerbeurt een volle
lepel in een potje in de nestbak. Bij de volgende voerbeurt ledigt hij de potjes waar nog een restant voer in zit en doet er weer een volle lepel nieuw voer in.
Opvoeren doet hij de doffers niet. Het hele seizoen dus hetzelfde voer en hoeveelheid. En elke dag een handje vol van een mix van grit, snoep en wilde zaden in de
voerbak als supplement. Het hele jaar door krijgen de duiven op woensdag zowel ‘s morgens als ‘s avonds voer bevochtigd met zonnebloemolie +
één lepel kurkuma + één lepel biergist. Wiel wilde nog kwijt dat hij zeer in is met het bezorgen van het voer door Simons uit Ransdaal.
De bezorger is niets te veel om het voer op zijn verzoek op de gewenste plaats te brengen.
Een eigen onderzoek met de microscoop
Voor het kweek- en vliegseizoen begint (februari) gaat Wiel met enkele duiven en een staal mest naar dr. Boskamp in Beek voor een controle. Alleen op diens advies
wordt er iets verstrekt. Tijdens het seizoen controleert Wiel de teruggekeerde duiven zelf, via een eigen microscoop (monoculair), op aanwezigheid van coccidiose,
wormen en geel. Toen hij in Turkije op vakantie was wipte hij stoutweg bij een plaatselijke veearts binnen. Deze was zeer geïnteresseerd in de duivensport en
Wiel kreeg van deze veearts tekst en uitleg over het gebruik van de microscoop en wat er mee te zien was. Wiel heeft nog een tijd lang contact gehad met deze
veearts. Ook voor enkel clubleden doet hij deze controle uitoefenen. Inmiddels heeft de praktijk hem geleerd wanneer hij iets moet geven voor de luchtwegen. Van
de Turkse veearts kreeg hij ook de tip om de duiven, als het echt warm weer is, caroteen te geven in de vorm van wortelsap en dit over het voer. Goed voor de
conditie van de luchtwegen, aldus Wiel. De week na de laatste vlucht (Perpignan) laat hij alle duiven, ook de jonge duiven, enten tegen pokken en paramixo. In
november volgt dan een tien daagse paratyfus kuur met Para Therapy en enkele weken later een worm kuur met Worm Therapy. Deze wormkuur herhaalt hij dan
weer in april. Beide producten komen van Giantel. De nieuwbrief van Giantel houdt hem op de hoogte over het wel en wee van de gezondheid van de duiven.
Tot slot
Wiel vertelde nog dat hij de duiven welke hij voor Perpignan en Cahors wilde inmanden in een puike conditie had. Het zou wellicht een mooie uitslag kunnen
opleveren op deze sluitvluchten van een fijn seizoen. Op zondagavond liet hij zijn weduwnaars nog eens extra trainen. Doch tot zijn grote schrik was er rond
middernacht nog geen enkele duif terug gekeerd. Het werd een lange slapeloze nacht. Vermoedelijk had een roofvogel een aanval gedaan op de groep trainende
doffers en zodanig de stuipen op het lijf gejaagd dat ze uit de buurt bleven. De kleppen bleven open en de volgende ochtend kwamen de meesten gelukkig weer
terug. De uitslag van Perpignan en Cahors waren helaas een teleurstelling. Op beide wedvluchten één prijs van de vijf inzetten resp. zes. De les was
geleerd. We waren op bezoek bij een gedreven melker met een fijn hok met fondduiven. Het zullen zeker zijn laatste wapenfeiten niet zijn.
Marcel Görtzen