Twee jaar geleden piekte Arjan Beens al met de 2e nationaal Perpignan en klokte hij de tweede vliegdag om 5.14 uur en op 1117 km en
aan 1202 m.p.m. moest hij slechts een duif van Piet van Nijnatten uit Roosendaal voor laten gaan die tot 1207 m.p.m. wist te komen op 974 km en om 20.21 uur
geklokt. En dan dit jaar: ‘6.34 uur. Geklokt van Perpignan. Ik zeg: sjakka‘. En dat lezen we op zijn facebook-pagina terwijl er een foto van de net
gearriveerde duivin bijstaat. Nadat de lossing bekend was had Arjan Beens een lijstje met aankomsttijden en de dan gerealiseerde snelheden gemaakt en daarop
staat dat als hij om 6.30 uur zou klokken er een snelheid 1145 m.p.m. uit de bus zou komen. Op de meldingslijst stonden tot dan toe Sjaak van de Velde en zoon uit
Breskens aan kop met een duif die tot 1132 m.p.m. had weten te komen. En als men dan om 6.34 uur op 1137 km in de verre overvlucht een duif krijgt dan moet
dat een geweldig euforisch moment zijn wetende dat men voor de 1e nationaal gaat. Slechts een andere duif op zo‘n grote afstand die ongeveer gelijktijdig
wordt geklokt kan die dan nog afsnoepen.
Maar dat gebeurde
niet zodat Arjan Beens nu ook een 1e nationaal op een ZLU-vlucht te pakken heeft en dat op de grootste afstand ooit op Perpignan! Zonder te overdrijven mag men
zeggen dat men superlatieven te kort komt om de ongekende reeks successen van Arjan Beens te beschrijven. Vanaf zijn start op de grote fond onder zijn eigen
naam in 2007 heeft hij al twee nationale zeges in de sector 3 behaald en drie NPO-zeges in zijn afdeling 8. En terwijl al vele jaren alle (duivensport)ogen op hem
gericht zijn begon hij seizoen 2014 met een zege op Brive in zijn afdeling 8 en alle vluchten daarna was hij erbij en dat geldt ook voor alle ZLU-vluchten. Op Pau 8
van de 11 erin beginnend met 23, 32, 36 en 46 (en deze laatste prijsduif is de Perpignanwinnares), op Agen 6 van de 19 erin, op Barcelona 2 van de 4, op St.
Vincent 4 van de 8, op Marseille 10 van de 15 beginnend met de prijzen 26 en 53 en op Narbonne 12 van de 19 in de prijzen terwijl met de prijzen 24, 84 en 100
werd begonnen. En dan nu als klapper Perpignan met de 1e nationaal met de duivin NL08-2075702 ‘de Limoges‘.
.
.
.
De 10 geboden, niet van Mozes maar van :
.
J.W. van Gils,
wonende te Oosterhout (Nbr).
.
.
1. Hoe bent U in duivensport verzeild geraakt ?
Als wij als familie van Gils in de vakanties teruggingen naar onze geboortegrond Oosterhout, (toen woonden wij in Medemblik) logeerde ik altijd bij een oom die
duiven had. Als kind vond ik het toen al prachtig om met de duiven bezig te zijn. Ik was 8 toen ik een paar duiven meekreeg van mijn oom en toen heeft mijn vader
een klein kooitje getimmerd en zo is mijn carrière als liefhebber begonnen in 1960. In 1966 zijn we als familie weer teruggekeerd naar onze geboortegrond
Oosterhout en daar ben ik direct lid geworden van de NPO en mijn vereniging de O.B.v.P. (Oosterhouts bond van postduivenliefhebbers).
.
.
2. 1ste kennismaking met ZLU vluchten.
Eind zeventiger jaren hadden wij hier in Brabant de “Fondclub Midden Brabant". Naast een paar dagfondvluchten en enkele middaglossingen telden
voor deze fondclub ook twee ZLU vluchten voor de kampioenschappen: Barcelona en (toen nog) Bordeaux. De eerste jaren moesten wij de duiven zelf aanvoeren
naar Tilburg en later gingen we inkorven in Roosendaal. Toen Bart en Paula Baelemans in Wernhout een ZLU inkorfcentrum gingen beheren, was dat de plaats waar
die paar ZLU spelers uit Oosterhout gingen inkorven. Ik ben zelf afgehaakt eind tachtiger jaren. Ik had een jong gezin en was toen een fanatieke programmaspeler.
40 vluchten per jaar en daarnaast nog een aantal ZLU vluchten was wat teveel van het goede. Daar kwam bij, dat je in die tijd op de dag van lossing de klok moest
aanslaan in het inkorflokaal en elke avond als je gedraaid had nog tot laat de klok moest laten lichten. En de afstanden naar de inkorfcentra waren best aanzienlijk.
Ik ben toen gestopt met ZLU inkorven. In 2016 ben ik met vervroegd pensioen gegaan en had genoeg van het gehaast en getob van het programmaspel. Ik heb dat
spel eraan gegeven en ben toen volledig overgestapt naar de marathon/ZLU sinds die tijd. Mijn hart lag eigenlijk gedurende mijn hele carrière altijd wel bij de
marathonvluchten. Een gewone prijs van die verre afstanden deed mij altijd al veel meer als een kopprijs op de programmavluchten.
3. Hoe is de voorbereiding seizoen 2024 verlopen?
Op het moment van dit schrijven beginnen we aan de voorbereidingen voor de snel naderende ZLU vluchten. Afgelopen winter heb ik geen enkel probleem gehad
met de gezondheid van de duiven en sinds half maart trainen ze weer één keer per dag. De jongen zijn inmiddels gespeend en alles zit op
weduwschap. Zo ga ik de duiven ook inspelen op weduwschap, totdat ik einde mei de nestduiven in etappes ga koppelen voor de ZLU vluchten, uitgezonderd de
echte weduwnaars. Die blijven tot ná Perpignan weduwnaar. Tot 10 dagen vóór het inkorven van een ZLU vlucht gaat alles mee voor training.
Het komt erop neer dat de meeste duiven voor hun eerste opdracht ongeveer 15/1700 KM gevlogen hebben. Zo‘n twee weken voor de eerste vlucht laat ik
altijd een medische check doen bij de Weerd in Breda.
.
.
4. Mijn vliegploeg bestaat uit 38 overjarige duiven en 35 jaarlingen.
Mijn jaarlingen speel ik normaliter niet verder dan 400 Km, uitgezonderd een 5-tal jaarlingen die naar Agen (JL) moeten. Ik zit wel te twijfelen of ik mijn jaarlingen
ook niet wat verder moet gaan spelen. Daar staat tegenover dat het op mijn manier ook best lekker gaat.
4a Ploegen:
In mijn hoofd heb ik voor Pau/Dax/Perpignan een ploeg. Voor Agen (O) en Narbonne ook een en voor Barcelona heb ik een aparte ploeg met ervaren en al wat
oudere duiven . Marseille is meestal voor de reserve ploeg, dat is de ploeg die ik inzet als er op bv Pau/Agen veel duiven uitvallen. Valt het mee met uitvallers, dan
gaan er een stuk of 5 naar Marseille.
5. Welk inkorfcentrum en welke toppers ?
Ik korf in het nieuwe ZLU centrum Kaatsheuvel in. Tilburg, dat na het seizoen 2022 gestopt is, heeft Kaatsheuvel bereid gevonden om hun ZLU centrum over te
nemen. Voor 2024 valt ook ZLU centrum Werkendam weg en komt het grootste deel van deze ZLU spelers ook naar Kaatsheuvel. We krijgen in Kaatsheuvel een groot
en machtig inkorfcentrum. Voor mij is het ook belangrijk dat het een gezellig inkorfcentrum gaat worden, want prestaties zijn natuurlijk waar je het voor doet, maar
het plezier in de sport staat wat mij betreft bovenaan. Liefhebbers die al jaren topprestaties leveren en bij ons inkorven zijn oa : Cor de Heijde, Rex de Leeuw, Gerard
Schellekens, Erwin Hoefnagels, Kees de Graaf, Daan Besseling, Jan van Gijzel en zo hebben we ook nog andere liefhebbers die ineens uit kunnen halen op een vlucht.
6. Vlucht uitzoeken om te pieken.
Mijn streven is om elke vlucht vroeg te vliegen of liever nog: eerste nationaal te spelen. Ik probeer mijn ervaren en betere duiven zo te verdelen, dat ik op elke vlucht
aan de start kan komen met een paar kanshebbers. Als ik zou mogen kiezen dan zou ik het liefste Barcelona winnen!
.
.
7. Maatgevend voor conditie thuis komende duiven, het aantal duiven in de manden of het aantal manden per auto?
Volgens mij is bovenstaande vraag zeker van invloed op de conditie, maar ik ben er ook van overtuigd dat het al vele jaren keurig geregeld is bij de ZLU. Voor mij
hoeft daar niets aan te veranderen. Ik denk dat de zwaarte van de vlucht omstandigheden (tijdens de thuisreis) veel doorslaggevender zijn in welke conditie onze
duiven thuis komen.
8. Hoe de aankomsten volgen tijdens de vluchten?
Eerst houden we PIPA in de gaten, om als de duiven dichterbij komen en de spanning stijgt om dan ook de ZLU meldsite en IFC Info in te schakelen en zo kun je
prachtig het verloop volgen.
Die GPS zenders waar men mee aan het experimenteren is hoeven voor mij echt niet. Ik denk dat het de spanning weg haalt. Als je bv weet dat jouw duif nog in
Parijs zit en je dus nog gerust een uurtje kunt blijven liggen is de lol er voor mij af. Voor mij is de spanning van het thuiskomen datgene waar je het hele jaar voor
bezig bent. De hoop dat jouw favoriet weldra op de klep valt…..en dat kan dus ook pas uren later zijn in onze discipline!!
.
.
9. Voorkeur nationaal of internationaal spel ?
Buiten Barcelona mag voor mij de ZLU vandaag nog besluiten om alleen nog Nationale vluchten te vervliegen.
Mijn argumenten:
* Ik erger me al jaren dood aan de lossingsbeleid van de Belgen. Als we het zelf in de hand hebben kunnen we lossen op tijdstippen en onder weersomstandigheden
die wij (ZLU) voor onze duiven goed vinden.
* de minimum afstanden voor de Fransen zijn een lachertje als je die afzet tegen onze afstanden en dan zeker voor Noord Nederland. Kijk maar eens de afgelopen
jaren hoeveel internationale concoursen en kampioenschappen er door de Fransen gewonnen worden op hun dagfond afstanden!!! Enkele jaren geleden vlogen wij
een 100/150 meter per minuut harder dan de Fransen en haalden we ze ondanks hun korte afstanden ruimschoots in, wat voor weer het ook was. Echter de Fransen
zijn ook niet gek en hebben volop duiven hier aangeschaft en nu hebben we echt het weer nodig om ze nog te verslaan. Barcelona zou ik willen handhaven
internationaal, maar voor de overige vluchten snel Nationaal van maken.
* als laatste argument zou ik willen noemen de vrachtgelden en onkosten die de Belgen rekenen!! Volgens mij kunnen wij dat met een groot vrijwilligersleger een
stukje goedkoper.
10. Waarom zouden we NIET samen moeten gaan organiseren met de NPO , wat we hier en daar nog wel eens horen?
Ingegeven vooral door de roep om minder vluchten en de kosten van internationaal. Dit zouden we NIET moeten doen en wel hierom : de middaglossingen en de
ochtendlossingen zijn duidelijk twee verschillende disciplines. Natuurlijk zijn er duiven die beide disciplines aankunnen, maar voor het grootste deel zijn het
verschillende duiven die op deze twee disciplines het mooie weer maken. En een verdeelsleutel maken van bv 3 middag- en 3 morgenlossingen zal op groot verzet
stuiten omdat fervente middaglossers niets moeten hebben van morgenlossingen en andersom en beiden dus aan drie vluchten veel te weinig hebben. Ik durf te
stellen dat van alle marathonliefhebbers in Nederland pakweg de helft vóór middaglossingen is en de helft voor ochtendlossingen. Ik zou het gewoon
zo laten. De middaglossingen bij de NPO en de morgenlossingen bij de ZLU (liefst nationaal, zie boven).
11. keuze maken om vlucht(en) te laten vervallen i.v.m. kosten.
Ik zou Marseille laten vallen en wel hierom :
Het valt altijd op een verkeerde datum voor de doorsnee liefhebbers, je moet er bijna een aparte ploeg voor houden omdat de Pau /St.Vincent duiven niet naar
Marseille kunnen. De ploeg Agen/Narbonne zit qua tijd ook te kort op elkaar. Daar komt bij dat de oostelijke ligging en de kortste afstanden voor Limburg het altijd
een puur Limburgs feestje maken (uitzonderingen bevestigingen…), de deelname buiten Limburg is ook minimaal.
.
.
Perpignan zou ik niet laten vervallen maar eerder plannen.
Het is een mooie vlucht maar hij valt té laat in het seizoen. De eerste week augustus is voor vele nestduiven en weduwnaars te laat in het seizoen ivm de rui.
En als tweede argument zou ik u mee willen geven: het jachtseizoen in Frankrijk gaat open op 1 augustus. Als u wel eens rond die tijd in de bergen ergens in
Frankrijk geweest bent zult u ervaren hebben dat werkelijk elke Fransman met een pet op een jachtgeweer bij zich heeft. Zeker in Zuid Frankrijk is dat nog immer
een nationale sport. Dus Perpignan handhaven, maar wel een week eerder en ergens een vlucht eruit halen (Marseille).
12. Zijn er nog verbeter/aanpassingspunten inzake organisatie ZLU?
Ik heb hierboven diverse dingen aangegeven die ik anders zou doen. Maar verder hoop ik nog lang van onze ZLU vluchten te kunnen genieten.
Aldus Jan van Gils.
.
Onze werkpaarden in het luchtruim, en de werkpaarden in het ondergronds mijnbedrijf !
In de allereerste jaren van het begin in de mijnbouw, in de Domaniale mijn te Kerkrade, gingen eind 1866 de eerste paarden ondergronds. Men gebruikte hiervoor
Belgische werkpaarden. Om de paarden naar ondergronds te brengen werden deze in een soort lederen tuig onder de liftkooi gehangen. Men had beneden
ondergronds in de mijn kortbij de schacht de paardenstallen ingericht. Het meest gebruikt werden paarden, gecastreerde hengsten die een jaar of vijf oud waren.
Meestal bleven de paarden een tiental jaren ondergronds. Voor de dagelijkse verzorging van de paarden waren er speciale knechten, dus mensen met verstand van
paarden, die alleen maar voor de paarden moesten zorgen. De paarden werden gebruikt voor vervoer van materiaal en het voortrekken van de kolenwagens richting
schacht. Vele paarden werden na een aantal jaren van het donkere werk in de mijn blind. Na hun werk in de mijn gingen ze meestal veelal naar het slachthuis.
.
.
Vriendschap en kameraadschap legt al een basis voor wederzijds vertrouwen !
.
Het gebruik van paarden in het ondergronds mijnbedrijf werd op de Staatsmijn Maurits beëindigd in juli 1938. Dit jaartal geld ook
voor de overige Staatsmijnen. Bij deze een beperkt overzicht van het aantal te werk gestelde paarden bij de staatsmijnen;
.
Staatsmijn Maurits (1930) ca. 40 stuks
Staatsmijn Emma ( 1930) ca. 50 stuks
Staatsmijn Wilhelmina ( 1930) ca. 15 stuks
Staatsmijn Hendrik ( 1930) ca. 35 stuks
.
.
En hier doet de ZLU het allemaal voor,
een vaasje waar iedereen op zit te wachten.
.
.
Sportvrienden,
Deze reportages worden mede mogelijk gemaakt dankzij de sponsoring van:
.
.
PIGEON PIXELS FALCO EBBEN.
.
.
De Zuid Limburgse Unie, al meer dan 64 jaar een begrip
in de Nederlandse duivensport !
.
Dankzij de sponsoring deze postduiven verkoopsite worden de
uitvoerige reportages elke week opgenomen op de website van:
.
Dank zij de medewerking van duivensportblad
De Duif worden de uitvoerige reportages elke week opgenomen in
"De Duif "
.
.
Dank zij Pigeoncom.com hoofdsponsor ZLU vluchten is het voor de ZLU
mogelijk iedere week deze uitvoerige reportages incl. foto‘s te plaatsen.
Heren, onze hartelijke dank hiervoor !!
.
.
;
Namens bestuur ZLU,
Hub Wetzelaer. Pr. ZLU vluchten.